woensdag 27 november 2013

Oefenexamen BiSL

Apologies to English language readers that this blogpost is again in Dutch.

Deze post bevat een oefenexamen voor de basis certificering BISL. Dit oefenexamen heeft geen enkele officiële status, gebruik daarvoor het officiële oefenexamen. Van het maken van oefenexamens is als een van de weinige leermethoden bewezen dat het de slaagkans verhoogt. Gebruik dit examen alleen om te ontdekken waar mogelijk nog lacunes in uw kennis zitten. Correspondentie over de samenstelling van de oefenvragen en de antwoorden is welkom.

 1 Wat is GEEN proces op richtinggevend niveau?
a bepalen bedrijfsprocesontwikkelingen
b Informatiecoördinatie
c Leveranciersmanagement
d Behoeftemanagement

2 Welke activiteit is GEEN activiteit bij de processen op sturend niveau?
a Plannen
b Uitvoeren
c Controleren
d Evalueren

3 Van welk proces is het jaarplan business informatiemanagement GEEN product?
a Planning en control
b Financieel management
c Behoeftemanagement
d Contractmanagement

4 Naar aanleiding van een probleem bij de uitvoering van een geautomatiseerde gegevensconversie, kan het proces transitie:
a nieuwe specificaties opstellen
b het implementatieplan bijstellen
c de IT leverancier een aangepaste opdracht verstrekken
d de werktijden van de gebruikers wijzigen

5 In welke procescluster wordt de vraag beantwoord : Hoe acteren we gezamenlijk conform de afspraken?
a Contractmanagement
b Sturende processen
c Opstellen IV organisatiestrategie
d Informatiecoördinatie

6 Van welk proces is het informatiemodel een resultaat?
a. Behoeftemanagement
b Beheer bedrijfsinformatie
c Specificeren
d Informatie portfolio management

7 De acceptatietest vindt plaats als onderdeel van het proces
a Implementatie
b Toetsen en testen
c Transitie
d Voorbereiden transitie

8 In welk proces worden de resultaten van veranderingstrajecten bewaakt?
a Wijzigingenbeheer
b Behoeftemanagement
c Relatiemanagement gebruikersorganisatie
d Transitie

9 In welk proces vind monitoring plaats van het functioneren van de IV-organisatie in zijn geheel?
a Behoeftemanagement
b Relatiemanagement gebruikersorganisatie
c Gebruikersondersteuning
d Gebruiksondersteuning?

10 Van welk proces is een rapport vooronderzoek een resultaat?
a Behoeftemanagement
b Relatiemanagement gebruikersorganisatie
c Specificeren
d Financieel management

11 Met welk proces heeft Gebruikersondersteuning GEEN relatie?
a Transitie
b Operationele IT aansturing.
c Beheer bedrijfsinformatie
d Informatiebehoefte

12 Welke informatie wordt uitgewisseld tussen P&C en Gebruikersondersteuning? a beschikbare capaciteit.
b Implementatieplan
c De door Contractmanagement gemaakte afspraken omtrent beschikbaarheidsvensters
d DNO / SLA's

13 Welk perspectieven worden onderscheiden bij de sturende processen?
a beleid van de organisatie, IT-ondersteuning, uitvoering Business informatiemanagement, IV van het bedrijfsproces
b uitvoerend, sturend, strategisch
c huidige inrichting, verbindende processen, veranderingsmanagement
d Plannen, controleren, evalueren

14 Wat is GEEN aspect van sturing?
a Beschikbaarheid
b Capaciteit
c Continuïteit
d Prestatieniveaus

15 Wat is GEEN onderwerp van sturing bij de sturende processen?
a Opdrachten
b Contracten
c Producten
d Diensten

16 Welke van de volgende combinaties is juist?
a BiSL : ASL = Functioneel beheer : Technisch beheer
b ITIL : BiSL = Applicatiebeheer : Technisch beheer
c ITIL : BiSL = Applicatiebeheer : Functioneel beheer
d ASL : BiSL = Applicatie Beheer : Functioneel Beheer

17 Wat is GEEN product of resultaat van het proces Contractmanagement?
a IT-servicecontract
b Jaarplan informatievoorziening
c Dossier afspraken en procedures (DAP)
d Mantelovereenkomst

18 Over welke overwegingen beslist Leveranciersmanagement?
(I) Welke contractrelatie wil de organisatie (pakket / fixed price / fixed date / agile / nacalculatie)
(II) Kan elk organisatie onderdeel zelfstandig inkopen?
a Alleen (I) is juist
b Alleen (II) is juist
c Beiden zijn juist
d Geen van beiden is juist

19 Welke principes gelden bij BiSL?
(I) Business Informatiemanagement is een leverancier voor de gebruikersorganisatie
(II) Business Informatiemanagement vertaalt vraag naar aanbod
a Alleen (I) is juist
b Alleen (II) is juist
c Beiden zijn juist
d Geen van beiden is juist

20 Welke onderwerpen komen bij het proces Relatiemanagement Gebruikersorganisatie aan de orde?
a Mandaat en benadering
b Beslissingsbevoegdheid en directie
c Beslissingsbevoegdheid en procesontwerp
d Structuur en bevoegdheden van de directie

21 Op welke architectuur richt informatiemanagement zich?
a Exploitatiearchitectuur
b Informatie architectuur
c Applicatiearchitectuur
d Ontwikkelarchitectuur

22 Welke bewering(en) is/zijn juist?
(i) Wanneer een organisatie onderdeel is van een keten van organisaties, zullen daar informatiestromen tussen deze organisaties zijn;
(ii) Business informatievoorziening richt zich op de informatievoorziening, daarom is technologie onbelangrijk;
a Alleen (I) is juist
b Alleen (II) is juist
c Beiden zijn juist
d Geen van beiden is juist

23 Van welk procescluster is Bepalen Ketenontwikkelingen een proces?
a Opstellen IV organisatiestrategie
b Functioneel beheer
c Functionaliteitenbeheer
d Opstellen informatiestrategie

24 Wat geldt er bij het besluiten over voorgestelde wijzigingen?
a Besluiten worden niet altijd op rationele gronden genomen
b Het besluitvormingsproces vindt plaats op basis van consensus
c Besluiten worden genomen op basis van meerderheid van stemmen
d Besluiten worden met name gebaseerd op basis van kosten/baten.

25 Wat is de relatie tussen Business Informatiemanagement en Functioneel Beheer?
a De twee termen zijn identiek
b Business informatiemanagement is onderdeel van Functioneel beheer
c Functioneel beheer vormt een onderdeel van business informatiemanagement
d Geen van bovenstaande drie

26 Het resultaat van het proces informatie-lifecyclemanagement is een informatiestrategie. Welk van de volgende onderwerpen is hierin NIET opgenomen:
a Een houtskoolschets van de informatiebehoefte op langere termijn.
b Een impactbepaling voor de effecten op de informatievoorziening in de ketens waarin de organisatie betrokken is;
c De te volgen tijdpaden
d Kwaliteitsplan

27 Van welk proces is een factuuroverzicht het product?
a Operationele IT-aansturing
b Wijzigingenbeheer
c Geen, de boekhouding valt buiten de scope van Business Informatiemanagement
d Financieel management

28 Het serviceteam is:
a Het aanspreekpunt voor Business informatiemanagement vanuit de leveranciers van applicaties
b Het aanspreekpunt voor Business informatiemanagement vanuit de IT-leveranciers voor zowel applicaties als infrastructuur
c Het aanspreekpunt vanuit Business informatiemanagement voor de gebruikersorganisatie
d Een andere naam voor de servicedesk van een pakketleverancier

29 Binnen BiSL wordt onder de gebruikersorganisatie verstaan:
a de eindgebruikers op uitvoerende niveau
b middelmanagement
c hoger management
d Alle 3 bovenstaande lagen

30 Wanneer een verkoper het adres van een klant wil wijzigen, omdat dit fout is, dan:
a is dit een actie voor wijzigingenbeheer
b laat de verkoper dit door gebruikersondersteuning doen
c Is dit een actie voor het proces beheer bedrijfsinformatie
d doet de verkoper dit zelf of laat dit over aan een administratief medewerker

31 Waarom kent BiSL een procescluster Functionaliteitenbeheer?
a Organisaties veranderen, al of niet onder druk van hun omgeving, en dus moet de informatievoorziening worden aangepast.
b De processen binnen BiSL hebben overeenkomsten met de processen bij ASL en ITIL.
c Omdat deze procescluster zorg draagt voor een probleemloze ingebruikname van de nieuwe en gewijzigde functionaliteit
d Organisaties willen zorg dragen dat de gewenste veranderingen op een vlekkeloze wijze in de organisatie worden doorgevoerd.

32 Welk proces vormt onderdeel van de procescluster Opstellen IV organisatiestrategie?
a Informatie Lifecycle Management
b Financieel management
c Bepalen technologie ontwikkelingen
d Strategie inrichten IV functie

33 Welk proces heeft als resultaat dat de gebruikersorganisatie is geïnformeerd over aanstaande wijzigingen en releases en op de hoogte is van ontwikkelingen op het gebied van informatievoorziening?
a Gebruikersondersteuning
b Wijzigingenbeheer
c Voorbereiden transitie
d Transitie

34 Welk proces adviseert, indien nodig, om niet door te gaan met de invoering van een nieuw systeem of nieuw release en eerst bestaande tekortkomingen op te lossen?
a Planning en control
b Wijzigingenbeheer
c Toetsen en testen
d Voorbereiden transitie

35 Van welk proces zijn capaciteitsbeheer, continuïteitsbeheer en beschikbaarheidsbeheer onderwerpen van aansturing?
a Operationele IT-aansturing
b Planning en control
c Wijzigingenbeheer
d Contractmanagement

36 Welke onderwerp of onderwerpen is/zijn bij het proces Contract management van invloed op de invulling en aansturingswijze van het contract en de dienstverlening?
a Inhoud van de dienstverlening en vrijheidsgraden
b Vorm van de dienstverlening en vrijheidsgraden
c Opbouw van de dienstverlening en vrijheidsgraden
d Alle 3 bovenstaande onderwerpen

37 Welke van de volgende beweringen zijn waar:
(I) Servicelevels worden opgesteld en ingebracht door Business informatiemanagement, niet door de leverancier.
(II) De leverancier biedt een aantal servicelevels aan, en business informatiemanagement kiest hieruit na een vertaalslag van de informatiebehoefte vanuit de informatievoorziening.
a Alleen (I) is juist
b Alleen (II) is juist
c Beiden zijn juist
d Geen van beiden is juist

38 Wat is GEEN resultaat of product van het proces Wijzigingenbeheer
a Implementatiekalender
b Besluit over een voorgedragen wijzigingsvoorstel
c Projectenkalender
d Toewijzing van een wijziging in een release

39 Een bevoegdheden matrix, waarin de onderkende (bedrijfs)domeinen partijen en afspraken over rollen en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd, is het resultaat van het proces:
a Contract management
b Informatiecoördinatie
c Invoering BiSL
d Behoeftemanagement

40 Welke beweringen zijn juist?
(I) Formeel ingerichte processen maken elke organisatie efficiënter en effectiever
(II) Het inrichten van processen kost geld
a Alleen (I) is juist
b Alleen (II) is juist
c Beiden zijn juist
d Geen van beiden is juist

Schrijf je antwoorden op, en vergelijk ze dan met de antwoorden hier.

donderdag 14 november 2013

Dare to give

#DareToAsk is by now a well known tag. I wrote about it in this post.

In this post I would like to encourage you to GIVE. To give away  for free on and in your work and office. Tag: #Dare ToGive.

It was about two years ago that I spoke with a collegue in his room at the office. There was a pile of old SF books in his room, and when I enquired about them, he told they were free. If I was interested, I could take some. I browsed through them, found a copy of a book which I thought I might like, thanked him and walked away with it. At home I read it, and later talked with him about what I liked in it.

This spring a collegaue in my own room brought some inktjet cartridges with him, and put them on a prominent place in the room. He expaliend that it were cartridges that he no longer needed, as he had a new printer. Any one who could use them was free to take them home. I remembered I too had some cartridgess of a diffferent supplier. It took me a month before I got around to take them too the office too, and just before I left that room someone had take the cartridges because he still had such an inktjet printer.

Today I visited a supplier, and while I took the stairs up I noticed a pile of music cd's. Again, any one who wished was free to take them. I found two that might be fir for in the car and happily took them with me.

What is there that you want to give away for free?

Yes of course you could try to sell it on ebay. But are you really getting around to that in the next month? Yes, if you give it away someone else could take them all and sell it on ebay. But most people won't. Try it.

 What is there that you want to give away for free?

vrijdag 26 juli 2013

FPA certificering - oefenvragen (4)

Again we have a post in Dutch, but I hope to return soon to English.

31. Koppelingen
Informatie systeem A heeft een interne Logische Gegevens verzameling Klant. Hiervan maakt het wekelijks een extractie (KlantExport) die ter beschikking wordt gesteld aan de informatiesystemen B en C. In systeem B wordt KlantExport ingelezen en tijdens dit inlezen worden twee Logische gegevensverzamlingen, namelijk KlantArchief en KlantOndersteuning, in 1 batchrun geactualiseerd. Klantexport wordt verwijderd.
In systeem C wordt 1 interne gegevensverzameling bijgewerkt (OrderAdministratiePerKlant), en wordt KlantExport bewaard voor latere procesraadpleging middels een overzicht van ingelezen bestanden met aantallen, controle totalen en datums.

Tel deze functionaliteit apart voor de informatiesystemen A, B en C.

32. Tellen data element typen
Wat wordt meegenomen in de telling van de data element typen? (meerdere antwoorden mogelijk)

a. te wijzigen velden
b. getoonde velden
c. trigger / functioneel stuurgegeven, bijvoorbeeld menukeuze.
d. ingevoerde selectie gegevens
e. pageup/pagedown knoppen
f. kolomkoppen
g. kopregels
h. veldlabels
i. foutboodschappen (1 DET ongeacht aantal)
j. getoonde procesgegevens
k. overige ingevoerde gegevens, zoals bestandsnaam
l. systeemdatum
m. intern bijgewerkte gegevenselementen
n. paginanummer
o. vaste teksten op een scherm

Hoofdstuk 5
33. Tellen ILGV's
Bij het tellen van ILGV tellen we: (meerdere antwoorden mogelijk)

a. alleen gegevensverzamelingen die onderhouden worden;
b. door gebruikers gebruikt worden;
c. die tijdelijk zijn;
d. die permanent zijn;
e. historische gegevens bevatten, identiek aan een andere tabel;
f.historische gegevens bevatten, verschillend van een andere tabel;
g. procesgegevens bevatten, die voor gebruikers toegankelijk zijn;
h. procesgegevens bevatten, onverschillig of deze voor gebruikers toegankelijk zijn;

34. Relaties ILGV en KGV
Welke relaties zijn waar: (meerdere antwoorden zijn mogelijk)

a. Een KGV in 1 systeem is soms een ILGV in een ander systeem;
b. Een ILGV in 1 systeem kan een KGV in een ander systeem zijn.
c. Een ILGV in 1 systeem kan een KGV in hetzelfde systeem zijn;
d. Een KGV in 1 systeem is altijd een ILGV in een ander systeem;
e. Een ILGV in 1 systeem kan een KGV voor verschillende andere systemen zijn;

35. Logische gegevensverzamelingen
Aan welke eisen moet een gegevens verzameling voldoen om hem als een Logische Gegevensverzameling te beschouwen?

a. de gegevens verzameling wordt gebruikt door het te tellen informatiesysteem;
b. de gegevensverzameling is permanent;
c. zowel a. als b.;
d. de gegevensverzameling wordt onderhouden door het informatiesysteem;
e. zowel a, b als d.;

Hoofdstuk 7
36. Criteria invoer functie
Welke criteria zijn belangrijk voor het bepalen of we te maken hebben met een invoerfunctie? a. Is de functie zelfstandig?

b. Is de functie door de gebruiker gevraagd?
c. Passeren er gegevens de systeemgrens?
d. Is de functie uniek?
e. Worden er andere data-element-types toegevoegd, gewijzigd of verwijderd?
f. Verschilt de logische verwerking?
g. Wordt er een transactie gestart?
h. Wordt er besturingsinformatie van buiten het systeem naar binnen gebracht?

37. Detail telling invoerfunctie(1)
Voor het verkoop informatie systeem is er een scherm ontworpen waarmee een aantal gegevens van de verkoper kunnen worden gewijzigd of verwijderd. De naam en geboortedatum gegevens komen uit de gegevensverzameling Medewerker in het personeelsinformatie systeem, dat voor dit doel geraadpleegd wordt. Regio en verkooptitel zijn gegevenselementen in de tabel Verkoper in het Verkoop Informatie Systeem, waarbij regio een verwijzing is naar een regio tabel, die uit code en omschrijving bestaat.
Voer een gedetailleerde functiepunt telling uit op de invoerfuncties.

Hier is het scherm ontwerp:



Er is 1 mogelijke foutboodschap onderkend: De gegevens zijn door een andere gebruiker gewijzigd/verwijderd. De knop “Opslaan” kan leiden tot een nieuw of gewijzigd voorkomen in de gegevensverzameling Verkoper. De knop “Verwijderen” verwijdert de gegevens uit de gegevensverzameling Verkoper.

38. Detail telling invoerfunctie(2)
Voor de gebruiker bij het scherm uit de vorige opgave komt, krijgt de gebruiker eerst een scherm waarin hij de achternaam of een deel van de achternaam kan invoeren. Het systeem toont hierop een lijst van verkopers waarvan de naam aan het zoekcriterium voldoet. De gebruiker kan dan een van de verkopers selecteren, waarna het scherm uit de vorige opgave verschijnt. Hier zijn de scherm ontwerpen:



Wanneer er meer dan 1 verkoper is, verschijnt hierna het verkoper selectiescherm:



Bij selectie van 1 van de verkopers verschijnt het onderhoudsscherm uit de vorige opgave. Maak een gedetailleerde telling van alle gebruikerstransacties.

Hoofdstuk 8
39. Detail telling uitvoer functie
Voor het requirement management systeem, waarvan we in opgave 22 het datamodel zagen, is nu een rapport gedefinieerd. Hier is het invoer scherm waarmee het rapport kan worden opgevraagd:
En hier is de mogelijke uitvoer:

Beide rapporten kunnen door de gebruiker gesorteerd worden door op de titel te klikken. Maak een gedetailleerde telling.

Hoofdstuk 9
40. Detail telling opvraag functie
Voor stakeholders hebben we in het eerder genoemde requirements management systeem een informatiescherm, met de volgende vorm en inhoud:

Het scherm wordt gekozen vanuit een overzichtsrapport met alle stakeholders. De display knoppen worden alleen getoond als er daadwerkelijk iets te tonen valt, anders zijn ze onzichtbaar. Het datamodel is:


Maak een gedetailleerde functiepunt telling. Het overzicht met alle stakeholders hoeft hier niet geteld te worden.

vrijdag 21 juni 2013

FPA certificering - oefenvragen (3)

21. Indicatieve FunctiepuntenTelling
Maak een Indicatieve FunctiepuntenTelling op basis van het volgende conceptueel gegevensmodel voor een Requirements Management Tool:

De klasse Requirement komt uit het Klassendiagram, en komt voor als Functional requirement of als Non-Functional requirement. Functional requirements worden als 3 subklassen uitgewerkt: User Story, Use Case en Other. Deze klassen overerven de eigenschappen van Requirement, maar hebben elk hun specifieke Properties. Daarom zijn ze in de database vertegenwoordigd als aparte tabellen, die in bovenstaand schema ter wille van het overzicht niet zijn weergegeven. Non-functional requirement hebben geen subklasse.

De informatie over tools is relevant voor het nieuwe requirementsmanagement systeem, hoewel het exacte gebruik op dit moment nog niet bekend is. Deze gegevens verzameling is reeds beschikbaar vanuit een incident registratiesysteem, die voor dit doel geraadpleegd kan worden.

22. Vervolg
Het project is een stap verder en vraagt je om een Indicatieve Functiepunt Telling. Inmiddels is het volgende bekend:


Verslagen van gesprekken met Stakeholders dienen te kunnen worden opgeslagen als Report. Wanneer het gesprek in de vorm van een workshop plaats vond, kunnen hier meerdere stakeholders vertegenwoordigd zijn. Een requirement dient altijd in tenminste 1 Report geformuleerd te zijn.
Een Stakeholder heeft altijd een belang in tenminste 1 Systeem, soms in meerdere Systemen.
Er zijn verschillende typen Stakeholders: Operationele medewerkers, Sponsors, Ontwikkelaars, etc.

De entiteiten Tool en Cost voor bestaande Systemen zijn vanuit het Incident management configuratiesysteem beschikbaar en kunnen geraadpleegd worden.

Tool en Stakeholdertype zijn codelijstjes.

Maak een Indicatieve Functiepunt Telling.

23. Wat zijn bij het tellen van pakketten nuttige informatiebronnen
a. schermen
b. menu structuur
c. database
d. handleidingen
e. interviews met gebruikers
f. interviews met de leveranciers

Hoofdstuk 4
24. Hergebruik bestaande code
Voor het realiseren van gespecificeerde functionaliteit, kan soms gebruikt gemaakt worden van bestaande code.
a. Niet geteld
b. Enkelvoudig geteld
c. Dubbel geteld
d. Altijd maar bij 1 systeem geteld.
e. Bij beide systemen geteld maar met een andere productiviteitsfactor

25. Help informatie
Hoe gaan we om met het tellen van help informatie: (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Help informatie wordt geheel niet geteld;
b. Alle help informatie over het systeem als geheel telt als 1 OF.
c. Alle helpschermen over 1 scherm van het systeem tellen als 1 OF.
d. Alle help informatie schermen over velden tellen als 1 OF.
e. Elk help scherm telt als 1 OF;

26. Grafiek
Bij een grafiek tellen we:
a. Het aantal datalementen dat in de grafiek wordt weergegeven;
b. Het aantal dataelementen dat noodzakelijk is om de grafiek te maken;

27. Foutmeldingen
Voor foutmeldingen tellen we: (meerdere antwoorden mogelijk)
a. nooit iets
b. Een onderhoudbare entiteit met foutmeldingen telt as 1 ILGV
c. Een onderhoudbare entiteit met foutmeldingen telt als FPA tabel
d. functiemeldingen die op 1 transactie betrekking hebben, tellen als 1 UF
e. functiemeldingen die op 1 transactie betrekking hebben, tellen als 1 element
f. elke melding telt als 1 gegevens element bij het tellen van de gebruikers transactie
g. Fout- en informatie meldingen die worden opgeslagen, die over meerdere gebruikerstransacties gaan of het meermalen gebruiken van een gebruikerstransactie (bijv een logverslag, of een foutverslag) tellen als 1 Uf.

28. Schoningsfuncties
Voor het tellen van schoningsfuncties (het handmatig of periodiek verwijderen van oude gegevens) tellen we:
a. 1 IF voor elke functie die gestart kan worden
b. 1 IF voor elke ILGV die geschoond wordt

29. FPA-tabel
Een gegevensverzameling telt als FPA tabel wanneer (meerdere antwoorden mogelijk)
a. de gegevens in principe constant zijn
b. de verzameling maar 1 exemplaar bevat
c. de verzameling uit een sleutel + omschrijving bestaat (bijv landcode + land + landnummer)
d. het entiteitype bevat grenswaarden, rekenregels, en de sleutel is enkelvoudig
e. de gegevensverzameling bestaat uit een sleutel plus gelijksoortige, verklarende gegevens, bijvoorbeeld verkoper-id, verkopernaam, verkopernaam-kort, verkoper-code

30.FPA-tabellen
Voor FPA tabellen tellen we:
a. De FPA ILGV tabel, met het aantal FPA tabellen als het aantal gerefereerde logische gegevensverzamelingen
b. 1 IF, 1 OF en 1 UF voor de FPA-ILGV
c. De FPA KGV, indien er 1 of meerdere FPA tabellen zijn die elders onderhouden worden;
d. 1 IF, 1 OF en 1 UF voor de FPA-KGV

vrijdag 12 april 2013

FPA certificering - oefenvragen (2)

Like last time, an apology to the english language visitors of this blog. In this post you find part 2 of a series of certification questions for the nesma 2.2 examination.

11. Niveau's van complexiteit
Welke drie niveaus van complexiteit worden onderscheiden? Kruis er drie aan:
a. Eenvoudig
b. Complex
c. Moeilijk
d. Simpel
e. Gemiddeld

12. Functiepunten per complexiteit
Vul het aantal functiepunten per complexiteit in:
EGM
Interne logische gegeve. Verz
Koppelingsgegevensverzameling
Invoerfunctie
Opvraagfunctie
Uitvoerfunctie

13. Functionele omvang
Wat is de Functionele omvang van een informatieverwerkend systeem?
a. De verzameling gebruikersfuncties;
b. De som van het aantal functiepunten van de gebruikersfuncties;
c. De verzameling gegevensverzamelingen en de verzamelde gebruikerstransacties;

Hoofdstuk 3
14. Stappen
Welke stappen worden uitgevoerd bij het maken van een functiepunten telling? (meerdere antwoorden!)
a. Vaststellen aard van de telling;
b. Verzamelen beschikbare documentatie;
c. Stel de systeemgrens vast;
d. Identificeer de gebruikersfuncties en stel de complexiteit hiervan vast;
e. Controleer het resultaat bij de gebruikers;
f. Stem het resultaat af met andere FPA experts indien er interpretatiepunten zijn geweest;
g. Stel vast wie de gebruikers zijn;
h. Stel vast wie de doelgroep is;
i. Stel vast wie de opdrachtgever is;
j.Stel de informatie uitwisseling met andere informatiesystemen vast;

15. indicatieve functiepunten telling
Wat is nodig voor een indicatieve functiepunten telling?
a. Een objectmodel met de volledige levenscyclus van elke klasse;
b. Het logisch gegevensmodel in 5e normaalvorm;
c. Een conceptueel gegevensmodel;

16. De formule voor een indicatieve telling
De formule voor een indicatieve telling op basis van een conceptueel gegevensmodel is:
35 x #ILGV's + 15 * #KGV.
Motiveer de formule;

17. De formule voor een indicatieve telling
Wat is de formule voor een indicatieve telling op basis van een genormaliseerd gegevensmodel?

18. Bronmateriaal
Geef aan welk bronmateriaal noodzakelijk is voor een indicatieve (I), globale (G) of gedetailleerde (D) telling noodzakelijk is:
a. Een conceptueel of genormaliseerd gegevensmodel;
b. Een model dat de gegevensverzamelingen en hun onderlinge relaties toont;
c. Een model dat alle logische gegevensverzamelingen toont met hun onderlinge relaties, en de samenstelling van de logische gegevensverzamelingen;
d. Een model dat de systeemfuncties en hun detaillering tot op data element niveau laat zien met hun ingaande- en uitgaande informatiestromen;
e. Een indicatie waar de logische gegevensverzamelingen worden onderhouden;
f. Een model dat de systeemfuncties laat zien met hun ingaande- en uitgaande informatiestromen;
g. De informatiestromen die lopen tussen het te tellen informatiesysteem en zijn omgeving;
h. Een detaillering van de ingaande en uitgaande informatiestromen en hun detaillering op data element type niveau;

19. Kenmerken
Welke kenmerken dient een informatiesysteem te bezitten?
a. Verzamelen van informatie;
b. Bewaren van informatie;
c. Verplaatsen van informatie;
d. Bewerken van informatie;
e. Veranderen van informatie;
f. Combineren van informatie;
g. Presenteren van informatie;

20. Productomvang
Wat is de formule voor de productomvang van een gewijzigd informatiesysteem?
a. NieuweOmvang = OudeOmvang+NieuweFuncties-VerwijderdeFuncties+GewijzigdeFuncties
b. NieuweOmvang=OudeOmvang+NieuweFuncties-VerwijderdeFuncties+(GewijzigdeFunctiesNieuw-GewijzigdeFunctiesOud);
c. NieuweOmvang=NieuweFuncties+GewijzigdeFuncties+VerwijderdeFuncties

vrijdag 29 maart 2013

FPA certificering - oefenvragen (1)

My apologies for the english visitors, this post as well as the next few, will be in Dutch.

Deze post bevat, samen met de volgende posts, een alternatief FPA oefenexamen. Deze vragen heb ik opgesteld om "mijzelf te overhoren". Iedereen mag ze voor zijn/haar eigen oefeningen gebruiken. Gebruik door commerciële partijen alleen na toestemming.

Uit bovenstaande mag duidelijk zijn dat deze vragen geen officiële status hebben. Er is dus geen garantie dat wie deze test goed maakt, ook het certificeringsexamen haalt.

De antwoorden worden in een aparte blog post gegeven.

1. ISO richtlijn
Als welke ISO richtlijn staan de telrichtlijnen bekend?
a. ISO/IEC 24000
b. ISO/IEC 24500
c. ISO/IEC 24570
d. ISO/IEC 24575

2. versie FPA telrichtlijnen?
Wat is de huidige versie van de FPA telrichtlijnen?
a. 2.0
b. 2.01
c. 2.2
d. 3.0

3. Toepassingsmogelijkheden
FunctiePuntAnalyse (FPA) is een methode waarmee (meerdere antwoorden mogelijk):
a. men een technologie onafhankelijke meting te doen van de door een geautomatiseerd informatiesysteem geboden functionaliteit;
b.  men deze meting kan gebruiken als basis voor het bepalen van de projectomvang bij de  realisatie;
c. men deze meting kan gebruiken als basis van de onderhoudsinspanning;
d. men projectleiders kan beoordelen op hun prestaties;
e. men een aantal factoren kan analyseren die de productiviteit beïnvloeden;
f. men de omvang van een informatiesysteem tijdens de ontwikkeling kan beheersen;
g. men de kwaliteit van de specificaties van een informatiesysteem kan toetsen;
h. Een methode voor het meten van de kwaliteit van een informatiesysteem;

4. Verantwoordelijke organisatie
De Nederlands FPA telrichtlijnen vallen onder de :
a. IFPUG
b. NEFPUG
c. NESMA

5. Onderwerpen:
Wat behandelen de telrichtlijnen van de Nesma standaard: (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Hoe een informatiesysteem geteld dient te worden;
b. Hoe men de telrichtlijnen dient te gebruiken als basis voor een projectbegroting;
c. Wat de productiviteitsnormen voor verschillende omgevingen zijn;
d. Bepalen van de technische omvang van een informatiesysteem;
e. Productiviteitsattributen;
f. Stappenplan voor tellen;

6. Relatie met scrum
Welke soorten tellingen behoren bij welke scrum hoofdfasen:
a. Indicatieve functiepuntentelling;
b. Globale functiepuntentelling;
c. Gedetailleerde functiepuntentelling;
1. main game
2. pre game
3. post game

7. Plaats in project fasering
Ten aanzien van de volgende soorten tellingen:
a. Initiële functiepuntentelling;
b. Tussentijdse functiepuntentelling;
c. Definitieve functiepuntentelling;
d. Finale functiepuntentelling;
Geef ze een plaats tijdens een project:
1. Aan het slot van een project;
2. Tijdens een project;
3. Voor de aanvang van een project;

8. Base Functional Components
In welke twee groepen worden de vijf gebruikersfuncties (base functional components) waaruit een fpa bestaat gegroepeerd?

...
...

9. Systeemgrens
Waarvoor is het bepalen van de systeemgrens belangrijk?
a. Om te bepalen wat een Logische gegevensverzameling is;
b. Om te bepalen of de gegevens van een gebruikerstransactie de systeemgrens passeren;
c. Om te kunnen tellen;
d. Om het InformatieSysteemOverzichtsschema te kunnen verifiëren;

10. Definitie complexiteit
Wat is de definitie van de complexiteit van een gebruikersfunctie:
a. De hoeveelheid informatieverwerking van een gebruikersfunctie op grond waarvan het aantal functiepunten aan de gebruikersfunctie wordt toegekend;
b. De hoeveelheid informatieverwerking van een gebruikersfunctie op grond waarvan het aantal functiepunten wordt berekend;
c. De complexiteit van de berekening en de hoeveelheid informatie die in de gebruikersfunctie verwerkt wordt;
d. De complexiteit van de informatie die door de gebruikersfunctie de systeemgrens passeert;

vrijdag 1 maart 2013

learning and education

The English language wikipedia defines education as:
Education in its general sense is a form of learning in which knowledge, skills, and habits of a group of people are transferred from one generation to the next through teaching, training, research, or simply through autodidacticism.

For this blog I would like to define Education as Learning in an organized setting. Examples of organized settings are schools, universities, courses, lectures, and so on. From both definitions it becomes clear that Learning is broader than education. Learning can also be from a presentation at work, from a discussion with a fellow worker, by watching a youtube video, by participating in a workshop, and so on.

In my own branch, IT, learning is life long. The same will go for most brain workers. Learning can be in acquiring a new trick (how can I record a macro in excel) from a youtube video, learning the difference between credit and debit in a discussion from a fellow worker, learning how to organize your mail inbox from a blogpost in an efficient and effective way, or learning through experimenting with several ways to interview a client. Other examples may be a workshop, brown paper session, meetup, co-work job.

In the current recession, I also notice an increased emphasis on formal training in IT, in the form of internationally recognized certifications. As I said, IT-workers have both formal and informal learning life long. So here is a collection of links to recent research on learning in both education and informal learning.

  1. John Dunlosky, Katherine A. Rawson, Elizabeth J. Marsh, Mitchell J. Nathan and Daniel T. Willingham did research in the way students could learn most effective from lecture and study books. They compared 10 ways which students often use to prepare for their exams. Of these 10 ways, practice testing and distributed practice received high utility assessments because they benefit learners of different ages and abilities and have been shown to boost students’ performance across many criterion tasks and even in educational contexts
  2. Kou Murayama, Reinhard Pekrun, Stephanie Lichtenfeld, Rudolf vom Hofe did research the influence of motivation and cognitive strategies. Unfortunately only the summary is still available online.
  3. In line with constructivism (see below), educators have come to focus more and more on the importance of lab-based experimentation, hands-on participation, student-led inquiry, and the use of "manipulables" in the classroom.
  4. This research shows that willpower is an important factor in attaining your learning goals long term.
Besides these 2 articles on recent research, there are 2 good articles on the English language wikipedia on Cognitivism (learning theory) and more important Constructivism (learning theory).