vrijdag 21 juni 2013

FPA certificering - oefenvragen (3)

21. Indicatieve FunctiepuntenTelling
Maak een Indicatieve FunctiepuntenTelling op basis van het volgende conceptueel gegevensmodel voor een Requirements Management Tool:

De klasse Requirement komt uit het Klassendiagram, en komt voor als Functional requirement of als Non-Functional requirement. Functional requirements worden als 3 subklassen uitgewerkt: User Story, Use Case en Other. Deze klassen overerven de eigenschappen van Requirement, maar hebben elk hun specifieke Properties. Daarom zijn ze in de database vertegenwoordigd als aparte tabellen, die in bovenstaand schema ter wille van het overzicht niet zijn weergegeven. Non-functional requirement hebben geen subklasse.

De informatie over tools is relevant voor het nieuwe requirementsmanagement systeem, hoewel het exacte gebruik op dit moment nog niet bekend is. Deze gegevens verzameling is reeds beschikbaar vanuit een incident registratiesysteem, die voor dit doel geraadpleegd kan worden.

22. Vervolg
Het project is een stap verder en vraagt je om een Indicatieve Functiepunt Telling. Inmiddels is het volgende bekend:


Verslagen van gesprekken met Stakeholders dienen te kunnen worden opgeslagen als Report. Wanneer het gesprek in de vorm van een workshop plaats vond, kunnen hier meerdere stakeholders vertegenwoordigd zijn. Een requirement dient altijd in tenminste 1 Report geformuleerd te zijn.
Een Stakeholder heeft altijd een belang in tenminste 1 Systeem, soms in meerdere Systemen.
Er zijn verschillende typen Stakeholders: Operationele medewerkers, Sponsors, Ontwikkelaars, etc.

De entiteiten Tool en Cost voor bestaande Systemen zijn vanuit het Incident management configuratiesysteem beschikbaar en kunnen geraadpleegd worden.

Tool en Stakeholdertype zijn codelijstjes.

Maak een Indicatieve Functiepunt Telling.

23. Wat zijn bij het tellen van pakketten nuttige informatiebronnen
a. schermen
b. menu structuur
c. database
d. handleidingen
e. interviews met gebruikers
f. interviews met de leveranciers

Hoofdstuk 4
24. Hergebruik bestaande code
Voor het realiseren van gespecificeerde functionaliteit, kan soms gebruikt gemaakt worden van bestaande code.
a. Niet geteld
b. Enkelvoudig geteld
c. Dubbel geteld
d. Altijd maar bij 1 systeem geteld.
e. Bij beide systemen geteld maar met een andere productiviteitsfactor

25. Help informatie
Hoe gaan we om met het tellen van help informatie: (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Help informatie wordt geheel niet geteld;
b. Alle help informatie over het systeem als geheel telt als 1 OF.
c. Alle helpschermen over 1 scherm van het systeem tellen als 1 OF.
d. Alle help informatie schermen over velden tellen als 1 OF.
e. Elk help scherm telt als 1 OF;

26. Grafiek
Bij een grafiek tellen we:
a. Het aantal datalementen dat in de grafiek wordt weergegeven;
b. Het aantal dataelementen dat noodzakelijk is om de grafiek te maken;

27. Foutmeldingen
Voor foutmeldingen tellen we: (meerdere antwoorden mogelijk)
a. nooit iets
b. Een onderhoudbare entiteit met foutmeldingen telt as 1 ILGV
c. Een onderhoudbare entiteit met foutmeldingen telt als FPA tabel
d. functiemeldingen die op 1 transactie betrekking hebben, tellen als 1 UF
e. functiemeldingen die op 1 transactie betrekking hebben, tellen als 1 element
f. elke melding telt als 1 gegevens element bij het tellen van de gebruikers transactie
g. Fout- en informatie meldingen die worden opgeslagen, die over meerdere gebruikerstransacties gaan of het meermalen gebruiken van een gebruikerstransactie (bijv een logverslag, of een foutverslag) tellen als 1 Uf.

28. Schoningsfuncties
Voor het tellen van schoningsfuncties (het handmatig of periodiek verwijderen van oude gegevens) tellen we:
a. 1 IF voor elke functie die gestart kan worden
b. 1 IF voor elke ILGV die geschoond wordt

29. FPA-tabel
Een gegevensverzameling telt als FPA tabel wanneer (meerdere antwoorden mogelijk)
a. de gegevens in principe constant zijn
b. de verzameling maar 1 exemplaar bevat
c. de verzameling uit een sleutel + omschrijving bestaat (bijv landcode + land + landnummer)
d. het entiteitype bevat grenswaarden, rekenregels, en de sleutel is enkelvoudig
e. de gegevensverzameling bestaat uit een sleutel plus gelijksoortige, verklarende gegevens, bijvoorbeeld verkoper-id, verkopernaam, verkopernaam-kort, verkoper-code

30.FPA-tabellen
Voor FPA tabellen tellen we:
a. De FPA ILGV tabel, met het aantal FPA tabellen als het aantal gerefereerde logische gegevensverzamelingen
b. 1 IF, 1 OF en 1 UF voor de FPA-ILGV
c. De FPA KGV, indien er 1 of meerdere FPA tabellen zijn die elders onderhouden worden;
d. 1 IF, 1 OF en 1 UF voor de FPA-KGV